Bij GNB zorgen we steeds voor de juiste dekvloeroplossing op maat van jouw project. Of je nu aan het bouwen bent of een bestaande vloer renoveert: de keuze tussen een hechtende of niet-hechtende dekvloer is essentieel voor de kwaliteit en levensduur van je vloerafwerking. Maar wat is nu precies het verschil tussen die twee? En wanneer kies je welke variant?
Hechtende dekvloer: rechtstreeks op de ondergrond
Een hechtende dekvloer wordt direct geplaatst op een stabiele ondergrond, zoals een betonnen druklaag. Dankzij deze rechtstreekse hechting vormt de chape één geheel met de onderliggende structuur.
Voordelen van een hechtende dekvloer:
-
Geen extra wapening nodig als de laag voldoende dik is
-
Optioneel aanbranden voor een nog sterkere hechting
-
Efficiënt en kostenbesparend bij nieuwbouwprojecten of degelijke renovatievloeren
Bij chapes dunner dan 5 cm raden we wel extra wapening aan, zoals vezels of netten, om scheurvorming te voorkomen.
Niet-hechtende dekvloer: geplaatst op een scheidingslaag
Wanneer de ondergrond niet geschikt is voor directe hechting, kiezen we voor een niet-hechtende dekvloer. Hierbij wordt de chape aangebracht op een scheidingslaag, zoals een PE-folie of isolatiemateriaal.
Voordelen van een niet-hechtende dekvloer:
-
Voorkomt vochtproblemen, vooral bij oudere of minder stabiele ondervloeren
-
Vermindert spanningsverschillen tussen ondergrond en dekvloer
-
Ideaal bij isolerende lagen zoals thermische of akoestische vloerisolatie
Deze techniek is zeer geschikt voor renovaties, houten vloeren, of vloeren bovenop isolatielagen.
